dinsdag 29 april 2008

SOA in een web 2.0 omgeving

Software ontwikkelaars komen steeds vaker de term SOA of WebServices tegen. Deze twee termen zijn erg vergelijkbaar. SOA is misschien een wat ruimer begrip, maar hierover zijn de meningen verdeeld. Wat vaak niet wordt begrepen is dat SOA een essentieel onderdeel is van de zogeheten web 2.0 hype. Er wordt onder de noemer web 2.0 vaak veel gewerkt met technieken om rijke webapplicaties te ontwikkelen, maar er wordt vaak niet gedacht aan de gegevensbronnen die deze technieken moeten aansturen. Deze gegevensbronnen zijn het kloppend hart van de web 2.0 applicaties. In het komende artikel wordt dit verduidelijkt en wordt een introductie gegeven op SOA en WebServices.

Web 2.0

Het is de IT eigen om vage termen te bedenken. Web 2.0 is daar misschien wel het beste voorbeeld van. Er is niet echt een vaste definitie van web 2.0 te vinden, maar het baseert zich op het idee van bijdrage van gebruikers en het delen van data op het internet. Websites die onder de noemer web 2.0 vallen, zoals wikipedia of flickr, bieden de gebruiker meer dan alleen harde data, ze bieden de gebruiker de mogelijkheid om hun eigen inbreng aan deze data toe te voegen.

SOA

Wanneer men spreekt over web 2.0 wordt de term AJAX vaak gretig aangehaald. AJAX, ofwel Asynchronous Javascript and XML, is bedoeld om van de “ouderwetse” websites, rijke applicaties te maken, door zonder een browser refresh data van de server te halen. De term SOA is daarbij lange tijd ondergesneeuwd geraakt door de vele technieken om schitterende applicaties te maken. Toch is SOA de spil rond web 2.0. SOA staat voor Service Oriënted Architecture en slaat op de gedachte die ook achter web 2.0 staat, het delen van data. Of, iets gedetailleerder, het aanbieden van data in een uniforme wijze. Dit kan op allerlei manieren, denk aan XML, SOAP, kommagescheiden bestanden, dynamic link libraries, etc. Hierdoor kan de data hergebruikt worden en gedeeld worden (met bijvoorbeeld businesspartners, of zelfs de hele wereld). Vanuit een bedrijfsvoeringaspect kan men op deze manier ook dynamischer werken en sneller reageren op wat de concurrent doet. Vooral dit laatste heeft ervoor gezorgd dat de term SOA aan populariteit wint.

De opbouw van een webservice

Bij een service zijn drie partijen gemoeid, de requestor, de provider en de broker. De requestor is de cliënt die gebruik gaat maken van de service. De provider is de partij die de service implementeert en de verzoeken van de cliënt verwerkt. De broker kan worden gezien als een makelaar waarbij de cliënt terecht kan om de juiste service te vinden. In grote settings kan dit middels een UDDI register, maar vaak ontbreekt dit onderdeel.

Een WebService is opgebouwd uit een aantal componenten. Het contract, de implementatie en de interface. In het contract staat beschreven hoe de webservice is opgebouwd, welke techniek gebruikt wordt en hoe de service kan worden aangeroepen. De implementatie is de daadwerkelijke code die de verzoeken van clients verwerkt en beantwoord. De interface wordt door de client gebruikt om verzoeken naar de service te sturen.

Belangrijk bij een webservice is de zogeheten “interoperability”. Dit houdt in dat de implementatie van de provider dusdanig moet zijn dat de cliënt altijd hiervan gebruik kan maken, ongeacht de techniek die hij gebruikt. In de mooiste gevallen volgt men de richtlijnen van het Basic Profile, die het gebruik van SOAP en WSDL voorschrijft, maar vaak worden ook JSON (Javascript object notation) objecten, Dynamic Link Libraries of kale XML gebruikt. In deze gevallen zijn er vaak online API beschrijvingen te vinden over de services.

De mashup

Populair op het internet is de mashup. Een webapplicatie die gebruik maakt van verschillende services en gegevensbronnen en deze mengt tot nieuwe informatie. Denk bijvoorbeeld aan het koppelen van bedrijfsgegevens aan de plattegronden van Google Maps. Vaak worden er op internet mashups gemaakt, simpelweg voor de mashup. Zo is er een site waar men op een plattegrond kan aangeven hoe een bepaalde locatie ruikt, waarop men vervolgens kan zoeken waar op deze planeet het zoal stinkt naar rotte eieren. Maar een mashup kan voor een bedrijf van nut zijn. Door gebruik te maken van vrijelijk beschikbare data op het internet kan het zijn eigen data verreiken, of extra diensten aanbieden op zijn website. Denk bijvoorbeeld aan een persoonlijke routebeschrijving van een bezoekers’ thuis adres naar de dichtstbijzijnde bedrijfsvestiging.


ESB

Laten we om te beginnen een kijkje nemen naar een site die op een bescheiden manier gebruik maakt van een webservice. De site climacount.com bevat onder andere informatie over een aantal CO2 reductie programma’s. Hierbij maakt het gebruik van data die vrij beschikbaar is op internet om een kaart te laten zien van de omgeving waar een programma aan het werk is. Dit is natuurlijk maar een kleine invoeging van externe data en hierbij hoeft verder ook niet nagedacht te worden over de implementatie van externe data in de site, maar stel er worden van meerdere bronnen gegevens opgehaald. Het is dan onwaarschijnlijk dat al die bronnen met dezelfde techniek beschikbaar zijn. Zeker wanneer je gaat denken aan e-banking applicaties, waar nog vaak van zeer ouderwetse technieken gebruik gemaakt wordt zoals COBOL. Dan is het verstandig om na te denken over de architectuur van je applicatie om te voorkomen dat toekomstige wijzigingen het risico met zich meenemen dat de hele applicatie op de schop moet. Hier komt de term ESB, ofwel Enterprise Service Bus, in het verhaal. Het klinkt vreemd maar om het eerder genoemde risico te vermijden maak je een applicatie die niks anders doet dan gegevens van derden beschikbaar maken. Een soort service die de andere services omsluit, zeg maar. Je webapplicatie kan op die manier altijd de zelfde techniek gebruiken om gegevens op te halen bij de ESB en de ESB zorgt voor het aanroepen van de daadwerkelijke service. In de onderstaande illustraties zie je vrij duidelijk het voordeel van het introduceren van een ESB.

Situatie zonder ESB


Situatie met ESB

Nadelen van SOA en Web 2.0

De toevoeging van componenten om de services beschikbaar te maken, de XML lagen die over componenten geplaatst worden en de extra beveiliging die nodig is bij openbare services vereisen allemaal extra processorkracht en dus zwaardere servers.

Conclusie

In dit artikel heb je de basisideeën achter SOA en WebServices in een Web 2.0 setting kunnen lezen. Essentieel hierbij is het beschikbaar stellen van data, het gebruiken van data van derden en het letten op de interoperability van de data. Bij het gebruik van meerdere WebServices kan het gebruik van een ESB de architectuur van je software overzichtelijk houden en eenvoudig bij te werken of uit te breiden. Een nadeel is dat het werken met een SOA denkwijze voor overhead in de software kan zorgen die extra processorkracht vereist en de hardwarekosten kan verhogen.

Heb je zin gekregen om zelf aan de slag te gaan met SOA, maar weet je niet goed waar je moet beginnen, neem dan een kijkje op http://www.programmableweb.com waar een opsomming van allerlei API’s en WebServices te vinden is.

woensdag 23 april 2008

JSR 303 bij ISAAC


De afgelopen twee dagen heb ik samen met Jan Willem JSR 303 (Bean Validation) besproken. Tijdens de gesprekken heeft hij zijn ervaringen met deze specificatie in wording uit de immer spreekwoordelijke doeken gedaan. Aangezien ik zelf de afgelopen maanden meer in de frontend hoek heb gezeten (flex, dojo) was het een voor mij zeer interessant gesprek. JSR 303 is een poging om het valideren van JavaBeans te standaardiseren en bouwt voort op de gebleken 'best practices' van XWork en Hibernate validator.

De kracht van Bean Validation is dat de programmeur declaratief controles kan definiëren die moeten worden uitgevoerd op de waarden van javabean properties. In plaats van dit soort controles te vangen in code, kan je deze logica met annotaties definiëren. Met behulp van een standaard validatie framework worden de annotaties uitgelezen en gebruikt om de bean te controleren. Dus in plaats van bijvoorbeeld de volgende code in bijvoorbeeld PersonFacade.java te moeten schrijven:


if (person.getEmailAddress() == null) {
throw new ValidationException("person.email.isNull");
} else if (person.getEmailAddress().length() > 100) {
throw new ValidationException("person.email.tooLong");
} else if (!isValidEmailAddress(person.getEmailAddress()) {
throw new ValidationException("person.email.notValid");
} else {
person.makePersistent();
}


kan het volgende worden geschreven in de EJB Person.java


@NotNull
@Length(max=100)
@EmailAddress
private String emailAddress;


en in PersonFacade.java vervolgens:


person.validate();
person.makePersistent();


Alle "heavy lifting" vindt plaats achter de schermen, hoeft maar eenmalig te worden geschreven en kan eenvoudig als een component worden gebruikt binnen verschillende projecten.

Ik heb in de interne ISAAC wiki een artikel geschreven waarin ik onze aanpak uit de doeken doe. Daarnaast staat daar wat voorbeeld code en enkele sequence diagrammen waarin uit wordt gelegd hoe het valideren precies in zijn werk gaat.

Mocht je verder willen lezen, hier zijn enkele intressante artikelen over JSR 303 op Gavin King's blog: 1, 2 en 3

zaterdag 19 april 2008

Swingende Nick

Stel je eens voor: Je rijdt in je auto naar je werk. Het is als redelijk laat en de meeste files zijn al opgelost. De snelheidsmeter wijst vrolijk naar de 135 kilometer per uur. Uit je speakers knalt een oude van AC/DC (uiteraard nog met Bon Scott) en net kwam Motorhead nog even voorbij gedenderd. Je bent een jonge man aan het begin van een veelbelovende carriere bij het snelgroeiende en ass kickende (web)software bedrijf ISAAC. De afgelopen maanden waren nogal zwaar, want een tijdje terug is beslist dat jij de Java Swing frontend gaat bouwen op een redekijk complexe JBoss backend. Je hebt nog niet veel ervaring met deze techniek, maar je bent al hard aan het studeren voor je SCJP. Bovendien heb je net de klassiekers "Concurrency in practice", "Thinking in Java" en "Effectice Java" verslonden. Je ademt Java, kan genieten van elegante code en sinds Javapolis 2007 ben je stiekem een beetje verliefd op Fabrizio Giudici (omdat hij zulke mooie swing demo's kan geven). Gisteren heeft je collega Jan Willem de JBoss remoting koppeling over HTTP beschikbaar gesteld, dus je kan niet wachten om die te koppelen. Je wil doorgaan, meer listhandlers schrijven, meer race conditions spotten en vooral kijken of die nieuwe nimbus look and feel wellicht al stabiel is, zodat die trage substance eindelijk kan worden vervangen. Je hebt immers inmiddels meer dan genoeg van al die collega's die telkens melden dat "het er leuk uitziet, maar wel wat traag is.". Tsss, ze zullen hun woorden terugnemen zodra jij klaar bent. "Java is niet traag, kijk maar naar Eclipse. Of nou ja... wellicht is dat niet zo'n goed voorbeeld.", denk je terwijl je bridgestones de paardenkrachten aan het asfalt overdragen.

"Oh fuck! Niet nu! Ik zit in mijn auto op de fucking snelweg, dit is NIET handig!" schiet het door je hoofd, meteen gevolgd door een hoestbui waar de Marlboro man een puntje aan kan zuigen. Je klapt dubbel op je stuur en stuurt je auto zo goed en zo kwaad als het kan naar de kant van de weg. Je hebt het gevoel dat je longen een verblijf buiten je borstkas zoeken. De hoestbui waar je in vastzit, zorgt ervoor dat je maag nog van streek raakt ook. "Toch jammer van dat gebakken ei van vanmorgen", denk je als je ontbijt met een antiperistaltische beweging op dezelfde manier naar buiten komt als waarin het in eerste instantie in je maag terecht is gekomen. Als de hoestbui na een minuut of drie tot bedaren is gekomen en je de restjes ei met melk van je voorruit veegt, besef je eens te meer dat de dokter het toch waarschijnlijk bij het rechte eind had toen hij de diagnose kinkhoest stelde. Je baas Mark had dan wel gelijk toen hij zei dat het "Wel redelijk rock 'n' roll, is, als je 's ochtends in je auto de boel onderkotst", maar jij geeft dan toch zelf de voorkeur aan grote hoeveelheden bier als reden in plaats van een allesverzengende kinkhoest aanval.

"Dus nu is hij aan het rondzwerven en zullen we hem moeten vervangen.", zegt de arts met zijn typische ""kijk eens hoe ik met je meevoel" artsenstem. "Waarschijnlijk is het gebeurd tijdens een van uw hoestaanvallen.", vervolgt hij zijn verhaal. Het metalen plaatje dat enkele jaren geleden in je lies is bevestigd om de liesbreuk te fiksen, is inderdaad losgeschoten en nu moet je dus onder het mes om hem opnieuw te laten bevestigen. Het zit je niet mee. Eerst kinkhoest, dan wordt je huis leeggeplunderd door een inbreker, een sterfgeval in je naaste familie en nu ook nog eens opnieuw een liesbreuk. Je kan je nog goed herinneren dat de eerste drie weken na je vorige liesbreuk operatie geen pretje waren. Verdomme! En net nu het zo lekker ging met het ontwikkelen van de swingclient. De koppeling werkt nu als een tierelier. De CLP engine begint ook vorm te krijgen en we zijn zo dicht bij ons doel. Java code schrijven is toch wel wel veel leuker dan twee weken plat te moeten liggen. Hopelijk gaat het dit keer minder pijn doen dan de vorige keer.

Helse pijnen, al twee weken. Je kan amper lopen en langer dan een half uurtje zitten kan je wel vergeten. De operatie is dan wel goed verlopen, maar je verdenkt je chirurg er wel van een roestend tweedehands plaatje met weerhaken te hebben bevestigd. De vrolijke tijden waarin je de zelfgeschreven imageviewer aan de swing applicatie toevoegde lijken ver weg. Ah ja, die imageviewer die je laatst nog op java.net hebt gezet en een heuse reactie kreeg van Fabrizio. Je glimlacht als je denkt aan je java.net gebruikersnam: cuswatesl, ze zouden eens moeten weten waar dat voor staat. Auw! Het glimlachen was overgegaan in een grinnik, maar daar je is lies toch nog echt niet aan toe. "Hoe zou het nu gaan op het werk?", vraag je je af, meteen gevolgd door vrolijk bellen van de deurbel. Mark, je baas staat daar, met een heus cadeau van al je collega's van ISAAC. En helemaal in ISAAC stijl is het geen bos bloemen, of een lullig fruitmandje, maar een heuse VLEESMAND. Kijk, daar knapt een jonge rockgod van op: worsten en varkenslappen. Fuck de pijn! Het leven is goed!



donderdag 17 april 2008

Korte Eclipse tip

Een korte Eclipse tip voor iedereen die vind dat zijn Eclipse te traag is. Start Eclipse op met de volgende parameters:

-vmargs -Xmx1024m -XX:MaxPermSize?=128m

Op deze manier maak je een gig beschikbaar aan geheugen en 128Mb aan PermSize (voor het laden van Classes)

woensdag 9 april 2008

Gratis Photoshoppen met Photoshop Express

Iedereen die 'iets met websites' of 'iets met internet' doet komt er op een gegeven moment niet onderuit een plaatje te moeten bewerken in Photoshop. Aangezien Photoshop voor dat af en toe een plaatje bewerken vrij duur is en illegale software natuurlijk illegaal is, is er nu een gratis en legale manier: Adobe Photoshop Express.

Maak gratis een account aan en je kunt gratis en online foto's bewerken en opslaan met 2GB aan eigen online opslagruimte.

Natuurlijk niet zo uitgebreid als Photoshop maar wel met de standaard benodigdheden als rode-ogenreductie, de kleurinstellingen en de mogelijkheid om foto’s bij te snijden en het formaat aan te passen.

Check Photoshop Express

woensdag 2 april 2008

Tail via Windows Powershell


De meeste programmeurs kennen wel het tail commando uit Linux, een ideaal programma om log files bij te houden. Windows kent geen tail commando, hoofdzakelijk omdat Windows maar een zeer beperkte command prompt kent. Er zijn welliswaar talloze programma's op de markt om de functionaliteit van tail na te bootsen in Windows, maar allen missen de eenvoud van het origineel. Tijd dus voor iets nieuws, tijd voor Windows PowerShell. Windows PowerShell is een uitgebreidere variant op de Windows command prompt, met mogelijkheden om niet alleen het filesysteem te benaderen, maar bijvoorbeeld ook het register en gebruikerssettings. Met een eigen bash-achtige scripttaal is het mogelijk om vrij complexe taken uit te voeren. Dus ook het volgen van een log-file. Met het volgende commando kun je een file "tailen":

Get-Content [filename] -Wait

Simpel, maar waarom zou je daar stoppen, met een klein beetje fantasie kun je al je log-files veel makkelijker leesbaar maken.